‘The New CCD Astronomy’
Titel |
The New CCD Astronomy |
Subtitel |
How to capture the stars with a CCD camera in
your own backyard |
Motto |
The Revolution in Astrophotography |
Auteur |
Ron Wodaski |
Uitgever |
New Astronomy Press |
Jaar van verschijnen |
2002 met updates via internet |
ISBN |
0-971 1237-0-5 |
Toen Wim Groen mij vroeg of ik nog een boekbespreking wilde maken voor de Equinox, dacht ik eigenlijk ogenblikkelijk aan ‘The New CCD Astronomy’ van Ron Wodaski. Reden is dat in gedachtewisselingen tussen donateurs via de e-mail, de laatste weken de naam van dit boek een paar keer is gevallen, met name waar het ging over monteringen.
DYNAMISCHE
INHOUD
‘The New CCD Astronomy’ is een grote paperback van bijna 500 bladzijden Engelstalige tekst met veel zwart-wit illustraties. De pagina’s zijn van het papierformaat ‘Letter’, de Angelsaksische variant op het bekende A4 formaat; kortom een zeer omvangrijk boek. Daarnaast is er ook nog een website, http://www.newastro.com. Hier worden regelmatig updates van het boek gepresenteerd. Dit is naar mijn mening een goede vondst, omdat het boek op deze manier de ontwikkelingen in het veld kan bijhouden.
Alsof dit nog niet genoeg is, is er ook nog een Yahoo discussiegroep naar aanleiding van dit boek http://groups.yahoo.com/group/ccd-newastro, waar vragen gesteld kunnen worden aan de auteur en waar resultaten van astrofotografen onderling besproken worden. Wie overigens op zoek is naar mooie astrofoto’s, kan ik van harte aanbevelen hier eens rond te kijken; het is verbluffend wat voor resultaten amateurs dankzij de CCD camera kunnen bereiken. Niet voor niets is het motto van het het boek ‘The Revolution in Astrophotography’.
AUTONOME HOOFDSTUKKEN
Geconfronteerd met deze berg aan informatie, boek site en discussiegroep, vroeg ik me aanvankelijk af hoe meneer Wodaski dit in onbewolkte hemelsnaam helemaal vol heeft kunnen schrijven. Hier kom je echter snel achter als je enige tijd met het boek werkt. Het boek bevat de volgende hoofstukken:
(vertaald, G.D.)
Ieder van deze hoofdstukken laat zich lezen als een op zichzelf staand boek. De algemene informatie en de onderliggende theorie wordt telkens aan het begin van een dergelijk hoofdstuk behandeld, terwijl naar het einde toe specifieke oplossingen en concrete producten, waarmee deze oplossingen kunnen worden gerealiseerd, de revue passeren.
Een goed voorbeeld is het hoofdstuk over scherpstellen, dat begint met de sectie ‘De grondslagen van het scherpstellen’ en naar het einde toe paragrafen bevat zoals: ‘De JMI NGF-S Scherpstelinrichting’. Deze benadering, waarbij werking van specifieke apparatuur of software tot in detail wordt besproken, verklaart mede waarom het ook noodzakelijk is telkens updates van het boek te verspreiden; zodra een nieuwe uitvoering versie van bepaalde software of apparatuur uitkomt, moet de tekst van het boek ook worden gewijzigd.
Deze opzet, op basis van autonome hoofdstukken, blijkt heel praktisch te zijn als je iets wil weten over een bepaald onderwerp, omdat je niet honderden andere pagina’s door hoeft te ploegen om de vereiste voorinformatie te verwerven. Een consequentie is wel, dat een aantal onderwerpen op meerdere plaatsen in het boek worden beschreven. Deze doublures zijn mede oorzaak van de dikte van het boek. Lastig voor de schrijver, maar goed voor de lezer. Vooral aan de hoofdstukken over apparatuurkeuze (4) en scherpstellen (2) heb ik veel gehad. Dankzij het hoofdstuk over scherpstellen heb ik dit nu echt veel beter onder de knie. Ook weet ik nu wat de zwakke punten van mijn apparatuur zijn, zodat ik daar in de toekomst rekening mee kan houden[1]. Daarnaast is mij veel duidelijk geworden over beeldbewerking en ruisbestrijding, wat zijn vruchten begint af te werpen.
WODASKI TAKES IT
EASY
Wat opvalt aan dit boek, is dat alles in zeer eenvoudige taal worden uitgelegd. Ik denk dat iedereen die vier jaar voortgezet onderwijs heeft genoten dit boek kan begrijpen. Voor ons Nederlanders is er dan nog wel de extra moeilijkheid dat het boek in het Engels is geschreven, wat vooral voor degenen met een bouwjaar van voor 1960 niet vanzelfsprekend een piece-of-cake hoeft te zijn.
Daarnaast legt Wodaski alles stapsgewijs uit. Dit is soms zover doorgevoerd, dat ik onder het lezen wel eens dacht: “Ron, stop nou eens met dat gezemel en kom terzake”. Maar naar ik begrepen heb, zijn briljante geesten dun gezaaid in het Utopia der hamburgerconsumptie, dus dat zal wel de reden zijn dat meneer Wodaski het een beetje rustig aan doet met zijn betoog.
Een andere reden hiervoor zou kunnen zijn dat Wodaski, zoals hij schrijft, zelf ooit begonnen is met de aanschaf van een lukrake stapel apparatuur, zonder dat hij wist waar hij moest beginnen, omdat hij geen achtergrond had in de traditionele astrofotografie. De resultaten waren, zoals je kunt, verwachten; allerbelabberdst. Zo kwam hij er pas na geruime tijd achter dat het voor tijdopnames noodzakelijk is de montering op de pool te richten. Gevolg was dat er zowaar ineens sterren verschenen op zijn beeldscherm! Zo heeft hij de moeilijkheden stap voor stap overwonnen door overal informatie vandaan te halen en veel zelf te proberen. Deze ervaring wil hij zijn lezers klaarblijkelijk besparen. Dit neemt niet weg dat de tekst voor mij wat vlotter en bondiger had gemogen.
SOFTWARE
Een minder gunstig neveneffect van bovengenoemde uitgebreide aanpak is dat Wodaski de werking van bepaalde software, tot in de submenu’s uitlegt, waarbij tot in het kleinste detail wordt besproken wat de consequentie is van het al dan niet aanvinken van een bepaald veld op een bepaald scherm van een bepaald programma etc.
Zolang dit gaat over redelijk algemeen aanvaarde software, zoals Adobe Photoshop, is deze wijdlopige uitleg nog wel te verdedigen. Op andere punten is de keuze van de auteur echter veel minder voor de hand liggend. Zo lijkt het wel of hij gesponsord wordt door Software Bisque (CCDSoft v.5) of MaxIm DL. Dit hangt ook samen met de expliciete keuze voor Amerikaanse CCD camera’s van de merken SBIG, FLI of Apogee. Dat in Europa en Australië de camera’s van Starlight Xpress de overhand hebben, met als logische softwarekeuze AstroArt, schijnt niet echt tot dhr. Wodaski te willen doordringen. Een gevolg hiervan is dat grote delen van het boek voor mij niet relevant waren, eenvoudigweg omdat het gaat over hoe je iets voor elkaar moet krijgen in MaxIm DL, terwijl ik dat pakket niet gebruik.
BELANGEN
De schijn van partijdigheid wordt niet verzacht door de paragraaf die hij wijdt aan Starlight-Xpress en AstroArt. Hier beweert hij zelfs dat de camera’s Starlight-Xpress meer ruisen en minder gevoelig zijn dan de Amerikaanse equivalenten, en dat de AstroArt software summier gedocumenteerd zou zijn. Het feit dat de Sony-CCD’s die Starlight-Xpress toepast, in tegenstelling tot de Kodak CCD’s van SBIG c.s., niet gevoelig zijn voor blooming[2] wordt voor het gemak vergeten.
Voor de duidelijkheid: dat SBIG camera’s beter zouden zijn dan die van Starlight Xpress is klinklare onzin. Ik kan geen Starlight Xpress camera bedenken die het aflegt tegen een gelijkgeprijsde Amerikaanse camera. Er zijn voorbeelden te over van mensen die uitstekende resultaten behalen met Starlight Xpress camera’s. Wie kent niet de voortreffelijke resultaten van ‘onze’ Ole Nielsen (www.ngc7000.org)? De website van Wolfgang Promper, www.astro-pics.com, is ook een aanrader! Wel is het zo dat SBIG en FLI ook instrumenten aanbieden in een marktsegment boven dat van Starlight Xpress.
CONCLUSIE
Van een talentvol leraar, die zelfs met de allersimpelste zielen de gestelde leerdoelen weet te behalen, zegt men in Oost-Groningen: “Hij kan koeien leren fietsten”. Dit is precies wat Ron Wodaski met dit boek lijkt te beogen. Hij schrijft als het ware een gedetailleerd recept voor geslaagde astrofoto’s.
Een oneerbiedige samenvatting van het doel van dit boek zou kunnen zijn: “Neem een slordige vijftienduizend Dollar, koop de aangegeven apparatuur, volg de instructies in dit boek nauwkeurig op en zelfs een cow(boy) is in staat om geslaagde astrofoto’s te maken met een CCD camera, zonder zelf te hoeven nadenken.”
Dat neemt niet weg dat de meer algemene gedeelten van de tekst bijzonder waardevol zijn geweest voor mijn eigen leerproces. Daarom vond ik de negenendertig Euro (tweedehands, inclusief verzendkosten uit België) die ik voor dit boek heb betaald geen weggegooid geld.
[1] Het zwakste punt blijft mijn portemonnee
[2] Het overlopen van lading van een overbelichte pixel in een aangrenzende pixel, wat resulteert in een soort lelijke pieken boven en onder felle sterren. De Kodak CCD’s zijn ook leverbaar in een anti-blooming (ABG) variant, maar dat gaat ten koste van de gevoeligheid.
Verscheen eerder in 'Equinox'
(c) Ger Dik 2004